donderdag 12 september 2013

Een witte roos voor John.........

Gisteren was het alweer 12 jaar geleden dat terroristen doelbewust met gekaapte passagiersvliegtuigen de Twin Towers binnenvlogen. 
De televisiebeelden kunnen wij ons als de dag van gisteren herinneren. Mensen die schreeuwen, huilen, rennen en vallen, overal stof, bloed en chaos. Je kan je er toch geen voorstelling van maken hoe het zal zijn om met duizenden mensen tegelijker tijd te moeten rennen voor je leven. 10 jaar na dato werd het “National September 11 Memorial & Museum” geopend.  Een vader van een omgekomen brandweerman heeft geld gedoneerd om dit mogelijk te maken. Vandaag is het 6 weken geleden dat wij 9/11 Memorial in New York bezochten. Op onze eerste dag in New York gaan wij met de metro richting de plaats waar ooit de Twin Towers stonden. Manlief met jongste zijn hier 4 jaar geleden samen geweest toen het nog een enorme bouwput was. De bouwput is nu een prachtig herinneringspark.  Op de plaats van het World Trade Centrum North en South staan twee laaggelegen waterbakken die constant worden gevuld met water dat langs de muren naar beneden komt. Langs het monument is in koper een reling gebouwd met hierop de lijst met de namen van alle slachtoffers. Wij gaan eerst naar het Memorial Centrum voor de familieleden van de slachtoffers. Erg indrukwekkend. Bij binnenkomst gaat het lawaai van buiten over in een serene stilte. Je loopt een route door verschillende vakken waar in het midden een brandweerman met indringende stem staat te vertellen over de nachtmerrie waarmee zij te maken hadden via hun werk. Langzaam schuifel ik stil langs de wanden en vitrines. De wanden hangen vol met posters met “Vermist”. Deze hebben weken in New York gehangen in de hoop om vermiste familieleden terug te vinden. Wij zien persoonlijke foto’s van jonge mensen die aan het begin van hun leven stonden zoals moeders in de speeltuin, een vader met zijn pasgeboren baby. Vermist, Vermist, duizenden keren zien we het hangen. In de vitrines staan spullen zoals ze gevonden zijn onder het puin met een dikke laag stof en gesmolten door de hitte van kerosine die het vliegtuig verloor. Tastbare herinneringen voor familieleden die ze hebben afgestaan aan het museum. Twee revolvers in elkaar versmolten. Een paar pumps met verbrande zolen, een aktetas met laptop en aantekenpapier. Kleding van hulpverleners. Gesmolten bestek. Naamkaartjes vertellen ons van wie de spullen waren of wie ze geschonken hebben. Billborden laten sms-jes zien die verstuurd zijn door mensen in het vliegtuig die aanvoelden dat het niet pluis was. Zoals; Julia hier ben ik, John, ik denk dat het vliegtuig gehackt is en dat dit niet goed gaat aflopen, don’t forget, i love you forever….Een geluidsband laat de laatste minuten van de gezagvoerder horen, de paniek en de angst in zijn stem bezorgt ons kippenvel.
9/11 was voor ons een ramp over zee. Maar ineens krijgt de ramp een gezicht. Wat moet het verschrikkelijk zijn geweest, de sirenes, de hitte en de paniek.
We lopen door naar het herdenkingspark. Het park is in de eerste plaats voor de nabestaanden van slachtoffers. Bijna 3000 namen zijn in de koperen rand van de waterbakken gegraveerd. Het Memorial Centrum zorgt er elke morgen voor dat op de geboortedag van het slachtoffer een witte roos in zijn of haar naam gestoken wordt. Op een bankje zitten wij stil om ons heen te kijken.  Het is donderdag 1 augustus en de geboortedag van John Gerard. Naast de witte roos hebben zijn geliefden rode rozen gestoken. Langzaam lopen wij uit de stilte en worden wij weer opgeslokt door het hectische leven in New York.
Later M@rina!

1 opmerking: