donderdag 29 oktober 2015

Ik kan niet wachten............

Wanneer wij na de kerkdienst blijven koffie drinken hebben bij ons aan tafel 2 kinderen haast. Ze moeten opschieten om op tijd bij de muziekvereniging te zijn.
Ik vraag aan hun moeder wat ze spelen. Ik speel zelf ook zegt de moeder, als ik nou zit te wachten of ik speel mee. Het is een soort  jeugdorkest met een paar volwassenen. Ze maakt mij nieuwsgierig.  Ik vertel haar dat ik tot mijn 21ste net zoals haar op een Bugel heb gespeeld. Na ons trouwen ben ik door de verhuizing gestopt bij de muziekvereniging waar ik speelde. In mijn nieuwe woonplaats stortte ik mij in het jeugdwerk en werkte met verschillende diensten waardoor er niets meer van de muziek is gekomen.
Als ik een orkest hoor begint het altijd te kriebelen. Voor de grap zeggen we dan,  wegwezen voordat het virus toeslaat. Niet dat mijn gezin allergische is voor de fanfare. Het is meer dat het combineren van het drukke gezinsleven en de muziekvereniging een hoop stress zou geven. Het bloed begint te kriebelen. Al jaren fiets ik niet meer van judo naar ballet of van Okidoki naar zwemles. De diensten zijn vervallen en oppas zijn we niet meer nodig.
1983! Gevonden? Ik zit tweede rij met Bugel! 
De eerstvolgende repetitie ga ik met haar mee. Wanneer wij het dorpshuis binnen lopen voelt het heel vertrouwd. Er staat een Bugel voor mij klaar want ik moet meteen aan de slag. Volgens de dirigent is het net als fietsen dat verleer je niet. Ik ben bang dat ik er na 29 jaar geen geluid uit krijg. Weet ik de grepen nog wel, de kruizen en de mollen, hoe zat het ook al weer? We beginnen met de toonladder. Het eerste muziekstuk op de lessenaar is Frozen. Daar wordt ik blij van, mijn jongste ook als ik haar dit vertel, dat weet ik zeker. De luikjes in mijn hoofd gaan langzaam open. Ik weet de grepen nog, niet dat het klinkt, de amazuur ontbreekt en mijn lippen zijn niet getraind. Bij de A wordt het knijpen en hoger dan de B kan ik het nog even vergeten. Of ik het leuk vond vragen ze na afloop. Super leuk! Ik ben helemaal hyper. Moderne muziek en wat ben ik blij dat ik de noten nog ken. Ik blijf nog even om het groot orkest te horen. De voorzitter opent de avond met gebed en het voorlezen van het logboek. Ze beginnen met het spelen van een koraal. De geur van het dorpshuis, het klikken van de koffers en het geluid van de verschillende instrumenten brengt me terug in de tijd. Het voelt zo na 29 jaar. 
Volgende week weer? Zeker weten, ik kan niet wachten dat ik een Bugel mee krijg zodat ik flink kan oefenen. Een plek op het podium tussen de doorgewinterde muzikanten is nog lang niet aan de orde maar ik kan toch niet achter blijven bij die wijfies van 9 jaar die de sterren van de hemel spelen.
Tot Later M@rina!


woensdag 14 oktober 2015

Ben ik dan solidair?

Geen enkel hartje op mijn tijdlijn. Het is mijn eigen schuld, ik heb het berichtje niet door gestuurd. Net zoals ik het kaarsje met het roze strikje niet heb gedeeld, geen BH speciaal ontworpen voor Pink Ribbon heb gekocht. Wanneer ik berichtjes zoals het hartje negeer en wil deleten voel ik mij schuldig. Zou de afzender nu denken dat ik  niet solidair wil zijn. Dat ik niet mee leef met vrouwen met borstkanker? Wat bedoelt diegene die het hartje het world-wide-web opgooide met solidair zijn? Het is echt geen moeite, één druk op de knop en al mijn Facebookvrienden hebben zo'n berichtje binnen een nanoseconde in een pb’tje. Tussen mijn Facebook vrienden zit ook een Dominee, die er vast regelmatig bij stil staat in zijn gebeden, tijdens een huisbezoek of een afscheidsdienst. Mijn berichtje komt dan ook op de tijdlijn van mijn “musical buurvrouw” van een aantal jaar geleden. Zou ze het waarderen dat ik haar vraag om een hartje bij mij op de tijdlijn terug te plaatsen. Ze staat er vast elke dag bij stil als ze haar bh omdoet en ziet dat haar borst niet meer die borst is van 10 jaar geleden. En het komt op de tijdlijn van een moeder met volwassen dochter. Haar meisje was een jaar of 7 toen ze tijdens het rondbrengen van hapjes zo maar viel.
Het bleek een hersentumor. Ik ben mee geweest toen ze bestraald moest worden. Achter glas, ver van ons vandaan ging ze helemaal alleen de koepel in. Elke dag bij het stijlen van haar haarstukje wordt ze er aan herinnert. Zou ze het waarderen, dat ik door middel van een brandende kaars op mijn tijdlijn denk aan kanker. Misschien vraagt ze zich af waarom al die aandacht specifiek voor borstkanker. Kanker is kanker, of het nou darmkanker, botkanker of prostaatkanker is, kanker is een rot ziekte.
Wanneer ik Granisetron klaar maak voor een cliënt denk ik regelmatig aan mijn moeder. Ze slikte het ook om de misselijkheid tijdens de chemo’s te verminderen. Mijn moeder die ineens haar nagels ging lakken om het scheuren en het splijten te verminderen. Haar verminkte lichaam en haar kale koppie die ik zag tijdens de bestralingen krijg ik niet meer van mijn netvlies.
Wat is solidair zijn? Een roze bh dragen? Een hartje op mijn tijdlijn zetten? Of is het; het durven vragen hoe gaat het met je? Een kaartje sturen? Een bloemetje brengen? Iets lekkers voor ze bakken? De tranen drogen en naar hun verhaal luisteren?

Eén druk op de knop;
ben ik dan solidair, voel ik dan mee met de pijn, de misselijkheid, zie ik de plukken haar die uitvallen, het verdriet omdat je niet meer diegene bent die je was....... 

Wat is solidair, ik blijf het moeilijk vinden...
Later M@rina!

zaterdag 10 oktober 2015

Nummer 160 zegt u het maar

De wachtkamer loopt langzaam vol. Het is een gezellig gekakel aan de leestafel waar pompoen recepten worden uit gewisseld. Twee mannen op leeftijd slaan elkaar gebroederlijk op de schouder en schudden elkaar de hand. Geen idee wie en wanneer is binnen gekomen. Ik loop van het schap naar de kast en van de kassa naar het magazijn waardoor ik niet zie wat er gebeurt. Wel hoor ik dat er een buitengewoon vriendelijke sfeer in de wachtkamer heerst.
Wie mag ik helpen? Ik denk dat u aan de beurt bent zegt een vriendelijke mijnheer tegen een wachtende. Oh nee hoor, ik ben nog lang niet aan de beurt. Hij wijst naar zijn vriendelijke gesprekspartner die volgens hem aan de beurt is. Wij kletsen zo nog wel even verder hoor zegt hij terwijl ik hem ga helpen.  
Meneer verteld dat hij bij de Rabobank eens een nummertje moest trekken terwijl er verder geen wachtenden waren. Ik denk terug aan mijn nummertjesautomaat avontuur. Het was niet zo mijn dag die dag. Er was een sterfgeval binnen onze familie. Ik was verdrietig en teleurgesteld en er niet helemaal bij met mijn gedachten. Als verrassing wilde ik oliebollen mee nemen om de boel een beetje op te vrolijken.
Nummer 160 zegt u het maar
De oliebollenkraam buiten was al opgeruimd maar  binnen waren oliebollen genoeg. Ik kom in een verlaten winkel met 1 medewerkster die het brood in het schap recht legt. Ik kuch een keer en loop wat heen en weer om gezien te worden. Ondertussen druppelen er wat mensen binnen. Ineens kijkt ze op; Volgende. Vrolijk vraag ik naar de oliebollen. Halverwege mijn zin wordt ik ruw onderbroken door 2 dametjes stijf in de krul en een man op leeftijd of ik dacht dat ik iedereen even voor kon gaan. Ik stond hier alleen verweer ik mij vol goede moed. U heeft geen nummertje getrokken dan bent u niet aan de beurt. Ik heb inderdaad geen nummertje getrokken omdat ik dat apparaat domweg niet heb gezien. Eerst een nummertje trekken tettert een krasse dame. Hulpeloos kijk ik naar de verkoopster. Ze haalt haar schouders op en zegt ik bemoei mij daar niet mee. Nummer 160 zegt u  het maar, zegt ze stoïcijns. Ik loop naar het nummertjes apparaat en zie ondertussen bon 170. Ik draai mij om en zeg; er zijn vast meer bakkers die lekkere oliebollen verkopen met behulpzame verkoopsters en aardige klanten. Bij de deur houd een man mij tegen. U krijgt mijn nummertje en ik trek opnieuw een nummertje. Mijn tranen zitten hoog, maar deze man wil ik niet teleurstellen. Triomfantelijk verlaten nummer 161, 162 en 163 de bakker. Ik koop mijn oliebollen, bedank de meneer en fiets zo hard ik kan naar huis. De lekkere smaak kon ik niet meer proeven.

Voor mij ook geen nummertjes automaat meneer, met zoveel vriendelijkheid zoals vandaag zijn we dat hier in “ons dorp” ook niet nodig.
Later M@rina!