De wachtkamer loopt langzaam vol. Het is een gezellig
gekakel aan de leestafel waar pompoen recepten worden uit gewisseld. Twee mannen
op leeftijd slaan elkaar gebroederlijk op de schouder en schudden elkaar de
hand. Geen idee wie en wanneer is binnen gekomen. Ik loop van het schap naar de
kast en van de kassa naar het magazijn waardoor ik niet zie wat er gebeurt. Wel
hoor ik dat er een buitengewoon vriendelijke sfeer in de wachtkamer heerst.
Wie mag ik helpen? Ik denk dat u aan de beurt bent zegt
een vriendelijke mijnheer tegen een wachtende. Oh nee hoor, ik ben nog lang
niet aan de beurt. Hij wijst naar zijn vriendelijke gesprekspartner die volgens
hem aan de beurt is. Wij kletsen zo nog wel even verder hoor zegt hij terwijl
ik hem ga helpen.
Meneer verteld dat hij bij de Rabobank eens een nummertje
moest trekken terwijl er verder geen wachtenden waren. Ik denk terug aan mijn
nummertjesautomaat avontuur. Het was niet zo mijn dag die dag. Er was een
sterfgeval binnen onze familie. Ik was verdrietig en teleurgesteld en er niet
helemaal bij met mijn gedachten. Als verrassing wilde ik oliebollen mee nemen
om de boel een beetje op te vrolijken.
|
Nummer 160 zegt u het maar |
De oliebollenkraam buiten was al
opgeruimd maar binnen waren oliebollen
genoeg. Ik kom in een verlaten winkel met 1 medewerkster die het brood in het
schap recht legt. Ik kuch een keer en loop wat heen en weer om gezien te worden.
Ondertussen druppelen er wat mensen binnen. Ineens kijkt ze op; Volgende.
Vrolijk vraag ik naar de oliebollen. Halverwege mijn zin wordt ik ruw
onderbroken door 2 dametjes stijf in de krul en een man op leeftijd of ik dacht
dat ik iedereen even voor kon gaan. Ik stond hier alleen verweer ik mij vol
goede moed. U heeft geen nummertje getrokken dan bent u niet aan de beurt. Ik heb
inderdaad geen nummertje getrokken omdat ik dat apparaat domweg niet heb gezien. Eerst een nummertje trekken tettert een krasse dame. Hulpeloos kijk ik
naar de verkoopster. Ze haalt haar schouders op en zegt ik bemoei mij daar niet
mee. Nummer 160 zegt u het maar, zegt ze stoïcijns.
Ik loop naar het nummertjes apparaat en zie ondertussen bon 170. Ik draai mij
om en zeg; er zijn vast meer bakkers die lekkere oliebollen verkopen met behulpzame
verkoopsters en aardige klanten. Bij de deur houd een man mij tegen. U krijgt
mijn nummertje en ik trek opnieuw een nummertje. Mijn tranen zitten hoog, maar
deze man wil ik niet teleurstellen. Triomfantelijk verlaten nummer 161, 162 en
163 de bakker. Ik koop mijn oliebollen, bedank de meneer en fiets zo hard ik
kan naar huis. De lekkere smaak kon ik niet meer proeven.
Voor mij ook geen nummertjes automaat meneer, met zoveel vriendelijkheid zoals vandaag zijn we dat hier in “ons dorp” ook niet nodig.
Later M@rina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten