“Ik
heb eerst op de kalender gekeken en ik zag dat het niet je werkdag is vandaag dus
ik mag bellen”…….zo begon het telefoongesprek vanmorgen met mijn moeder.
Hersenvliesontsteking
heeft een zwart gat achter gelaten in het korte termijn geheugen. Het is nu
niet meer zo vanzelfsprekend dat mijn moeder weet welke dag het is, hoelang een
uur duurt en of ze iets kan afspreken. Dat is niet alleen lastig, dat maakt iemand
onrustig en misschien wel angstig want je bent de grip op jezelf kwijt.
Zo
komt het dat mijn moeder ineens onder werktijd belt. Mijn mobieltje ligt in de
kluis, ik schrik wanneer ik de gemiste oproepen zie.Een korte
WhatsApp naar mijn zusje stelt mij gerust. “Niks aan de hand, ze dacht dat het
zondag was”.
We
spreken af dat ze mijn werkdagen op de kalender zet…..natuurlijk mag ze altijd bellen
als er iets is.
Vamorgen belt ze om te vragen of ik een doos met glazen mee
wil nemen naar De Kringloop. ”Is het goed dat we de doos komen brengen? Ik heb
ook het zwarte bonbonschaaltje met het witte dekseltje voor je, die wilde jij
toch zo graag?"
Het
bonbonschaaltje was oorspronkelijk van mijn Oma en was altijd goed gevuld
met chocolade. Bij oma mochten wij 1 blokje chocolade tegelijk met een half
pepermuntje. Op
het witte deksel staat een logo bedrukt en aan de binnen kant van het deksel staat
geschreven ; “Amersfoortse Bond van Gereformeerde
Jeugdverenigingen”. Een cadeau van de Gereformeerde bond, eenzelfde stond bij mijn schoonmoeder ook in de kast.
Ik koester het bonbonschaaltje al jaren om de
vorm in het eenvoudige zwart/wit. In gedachten proef ik de chocolade met een
vleugje pepermunt. Het mooie schaaltje kwam bij oma te voorschijn als er wat te
vieren viel en het bood troost bij verdrietige momenten.
Toen mijn oma naar het verzorgingstehuis ging
verhuisde het bonbonschaaltje naar mijn moeder. Wanneer kleinkinderen naar het
schaaltje grepen riep ik steevast; “Voorzichtig met mijn erfenis”.
Tijdens de verhuizing enkele maanden geleden vond
ze dat ik het maar vast mee moest nemen.
“Ben je raar, het hoort bij jou en hopelijk later
bij mij. Maar nu nog niet”.
Ik klap het deksel van de doos open. Boven op alle
glazen gewikkeld in een stukje keukenpapier ligt “mijn erfenis”.
Er is een klein stukje afgebroken, aan de
binnenkant, dat ziet niemand.
Net als bij mijn moeder, daar is ook een klein stukje
afgebroken, niemand die het ziet, maar het is wel zo, en zij moet er mee dealen.
Mijn erfenis mam, best gek want je bent nog
helemaal niet dood.
Ik ga het een heel mooi plekje geven.
Doe dat maar, jij wou hem zo graag en ik weet
niet wanneer ik dood ga, dan wacht je misschien zo lang…………..
Later M@rina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten