Het
is een warme zomerse dag wanneer ik samen met jongste een broodje ga eten in de
stad. Het is een drukte van belang voor het Lunchcafé. Hoveniers lopen af en
aan met kruiwagens vol tuinafval en zanderige boomstronken. Er ligt een prachtige
boomstam naast de Pick-up. “Die wil ik wel”; zeg ik tegen jongste. Het lijkt
mij leuk om de stam op te leuken met ieniemienie planten in macramé hangertjes
en kleine windlichtjes. Als wij uit gegeten zijn en hij ligt er nog, dan ga ik
vragen of ik hem mag………
Bij
het verlaten van het café, neem ik mijn kans waar en stap op de hovenier af. Lachend
vraagt de beste man hoe ik hem mee wil nemen. Hij bied zijn hulp en de
kruiwagen aan. “Het gaat ons wel lukken”; zeg ik stoer.
Jongste
gaat voorop en ik pak hem achteraan bij de modderige kluit beet. Stoer zetten
wij de pas erin om na een meter of tien de stam mopperend op de stoep te laten
stuiteren. Het is te warm voor dit soort dingen vind jongste en ze is niet van
plan zich nog verder in het zweet te werken. Bovendien wil ze haar leukste jurkje
niet open halen aan zo’n lompe ruwe boomstam.
Met
dat ik besluit om de fiets te gaan halen stopt er een lange blonde jongen. “Kan
ik helpen”; vraagt hij met een brede smiley. Dat is toch niks waard zo. Waar moeten
jullie heen. Hij zet zijn fiets neer en gooit de boomstam over zijn schouder op
zijn spierwitte shirt.
Dat
kan toch niet waar zijn. Die arme jongen gaat toch niet in deze hitte ons klusje klaren. Ik
ben hovenier, voor mij is het pineut en hij begint te lopen. Ik pak zijn fiets
en gezellig kletsend wijs ik hem de weg naar ons huis.
Het
zweet druppelt van zijn voorhoofd langs zijn hals op zijn spierwitte shirt die
al groezelig is geworden van het kruimelende boomschors.
In
de steeg gooit hij met een forse zwaai de boomstam van zijn schouder.
Ik
haal een groot glas water en een frisse doek. Een beetje ongemakkelijk sta ik
het schors van zijn schouders te kloppen en de vlekken weg te poetsen. Nadat
wij hem uitvoerig bedankt hebben springt hij vrolijk op de fiets.
Jongste
ligt dubbel:; “mam jij altijd met je gekke ideeën”. Wat gaat hij thuis
vertellen;” Die moeder spoort niet”.
Ach
zoiets als stadse fratsen denk ik, hij deed het vast niet voor mij zeg ik met
een knipoog……..
Al
maanden ligt de boomstam achter het huis. Volgens manlief vol met boktor en
niet geschikt om in huis te zetten.
Afgelopen
week doe ik net of ik gek ben, ik zaag hem in stukken en sleep hem in huis. Ik knoop
leuke hangertjes voor amaryllis bollen en maak er een leuk geheel van in de vensterbank.
"Boomstamjongen" nogmaals bedankt, je was het pareltje van de dag!
Later M@rina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten