Het regent, even
geen buiten zijn weer, ik kan het niet langer uitstellen. Ik pak een emmer sop
en stofzuiger en race met grote tegenzin het hele huis door.
Wat was het warm, elk stap die ik deed zorgde voor een
nieuwe zweetdruppel. Daarbij de hete buien passend bij mijn leeftijd stond ik
af en toe in vuur en vlam. De nachten waren warm en kort; "uurtje slapen, uurtje
dommelen, in het holst van de nacht een koude douche of de tijd doden met een
column van Daphne Deckers".
Het idee alleen al om met deze warmte de stofzuiger uit
de kelder te halen, het snoer af te rollen en de stekker in het stopcontact te
stoppen bezorgt mij een hete bui. In de slaapkamer is het een chaos van afgegooide
dekbedden, lakens die dekbedden vervangen en dekbedhoezen waar dekbedden zijn
uitgetrokken. Her en der plat geslagen muggen die ons gek probeerden te maken
met gezoem.
De doorstroom van de was in de wasmand naar de wasmachine
is groot, de berg bij de strijkplank is hoog. Geen temperatuur om mijn armen onnodig
te laten bewegen met was opvouwen of een stoomstrijkijzer heen en weer te laten
bewegen.
In de hitte trein ik voor een logeerpartij naar jongste
in de hoofdstad. Ik slaap heerlijk op een luchtbedje met op de achtergrond een
zoemende ventilator. We ontbijten op het lieflijke balkonnetje met versgebakken
broodjes en een heerlijk sapje. Met 33 graden fietsen wij in de volle zon naar de
Zaanse Schans. Om af te koelen springen wij onder een sproeier waar een vader net zijn
dochter boos onder vandaan trekt. We lijken wel gek 40 km te fietsen met die
hitte.
Bij thuiskomst vraag ik of ik nog wat kan doen. “Hoezo”;
vraagt jongste, het is 33 graden mam, het is ons huis, je hoeft hier niks te
doen. Achteloos wuif ik de bezwaren weg, ik wil ff bezig zijn. Ik pak de
stofzuiger en poets het gasstel blinkend schoon. Jongste ergert zich aan mijn
poetsdrang.
Laat mij, het geeft mij zo’n goed gevoel.
Met een flinke vertraging trein ik terug in de hitte.
Het blijft warm, ik doe niet meer dan nodig is.
Samen met manlief doe ik een bakkie bij oudste. Zijn met spoed gekochte airco
draait overuren. Hij moppert over de warmte. Verder dan een beetje lezen en een
beetje film kijken komt hij niet.
Kan ik wat voor je doen, de wc, badkamer, ff strijken….
Als je daar gelukkig van wordt zegt hij met een brede
lach.
Ik spring in de benen, pak een emmer sop en in no time
race ik vol energie door zijn flat.
Zo fijn zegt oudste gekscherend tegen zijn vader, ik heb
een foto gemaakt van mama en haar grootste geluk; “ poetsen”.
Wat is dat toch, thuis slaap ik zonder problemen onder
een spinnenweb, zou het de overgang zijn of is dit nu het lege nestsyndroom.
Poetsen bij mijn kroost activeert “een klein stofje van
geluk”.
Laat mij, het gaat vast weer over.
Later m@rina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten