Ons
straatje ligt er vanaf begin maart uit. De weersomstandigheden zorgen voor vertraging.
Weer of geen weer, de passanten hebben daar geen boodschap aan. Verbodsborden
worden genegeerd en hekken worden aan de kant geschoven. Men rijdt nog net niet
over de vingers van de hardwerkende mannen.
Wanneer “opperman” mij aanspreekt voor overleg vertelt hij over de scheldende
burger, als we wat terug zeggen is het meteen ruzie. Beschaving is een dun
vernislaagje.
Ik
wens hem een zonnige werkdag en stap gauw op de fiets richting apotheek.
Het
is nog geen tien uur wanneer collega aan de balie te horen krijgt dat haar
armen er stevig uit zien. Goh kaatst ze terug vorige week vroeg iemand of ik
zwanger
was, vindt u dat ik er wat aan moet doen vraagt ze lachend. Ze krijgt geen
antwoord.
Zeg wat je denkt, doe wat je wilt is zo 2018! |
Verbouwereerd
kijken wij elkaar aan. Zeg wat je denkt, doe wat je wilt, waarom niet. Wij spreken
af om vandaag alles weg te lachen……..
Ik
geniet van een klein ventje dat moet leren oog druppelen bij zijn moeder, of ik
het voor wil doen. Met grote zorg doet deze jonge mantelzorger na de uitleg één
druppel in het oog. Geslaagd met een dikke 10! Wij genieten van de chocolaatjes
die de stagiaire heeft achter gelaten. Het is een zonnige dag met aardige mensen. Vrolijk loop ik naar de balie naar de volgende cliënt. Wat kan ik
voor uw betekenen……….“je haar….. het is zwart zegt onbekende meneer giechelend”.
“Dat klopt”; zeg ik. Wij reageren niet, wij lachen.....
Tegen
zessen fiets ik richting huis. Bij thuiskomst gooi ik de tassen in de hoek. Hoor
ik nou iemand om hulp roepen? Het is
even stil, ik hoor het opnieuw. Ik gris mijn telefoon van de oplader en fiets naar
de huizen aan de kant van de gracht. Ik vermoed dat hoogbejaarde achterbuurvrouw
is gevallen. Haar steegdeur zit op slot en de schutting is erg hoog. Ik bel aan
bij de buren, helaas niet thuis. Ik ren weer terug. Ze hoort mij niet, schor
blijft ze om hulp roepen. Er komt een buurtbewoner met hondje aan gewandeld. Wanneer
ik hem aanspreek springt zijn hondje irritant met zijn scherpe nagels tegen
mijn benen. Langzaam nadert er een auto, hij stopt en draait het raam naar
beneden. Geirriteerd wordt ik bekeken, het blijkt familie te zijn. Ik loop er heen en vraag hun hulp. Hoe
weet jij dat ze is gevallen vraagt de chauffeur. Omdat ik haar in mijn keuken heel
hard om hulp hoor roepen kaats ik terug. Alsof ze het hebben afgesproken zeggen
ze monotoon; “Zet je je fiets weg”.
Hoor
ik dat nou goed…..
Sorry, wat zegt u?
"Zet
je je fiets weg, ik wil daar parkeren"…
Natuurlijk,
mijn fiets, weet u familie, nu u er toch bent, ik fiets er meteen op weg, ik heb
eigenlijk helemaal geen zin na een dag werken mensen te redden. Bovendien heb ik zin aan eten. U
redt het vast wel samen.
Weg lachen,
het lukt mij niet, "beschaving is een dun vernislaagje", ook bij mij aan het eind van
de dag!
Later M@rina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten